De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 21
-19-wordt thans weer heel de oudheid als één geheel beschouwd, dat men niet gesplitst kan behandelen, zullen niet juist de gewichtigste verschijnselen onverklaard blijven. Maar wat voor den Calvinistischen geleerde der iö'^^ eeuw niet veel meer zijn kon dan eene aprioristisch ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 26
= 24 =(over deze vraag loepen de meeningen uiteen), de kracht ervan gaat daarmede niet te loor; en dat te minder, waar wat van de taal geldt, ook ten opzichte van andere uitingen van het Grieksche geestesleven opgemerkt worden kan en in den laatsten tijd opgemerkt is. Zoo schrijft KAEL DIB ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 11
-9-ook h i e r h e e f t h e r b o r e n h i s t o r i s c h e zin, g e p a a r d m e t e e n e v e r b e t e r d e m e t h o d e en g e v o e d door eene ongekende v e r m e e r d e r i n g v a n h e t h i s t o r i s c h e m a t e r i a a l , de s t a k e t s e l s w e g g ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 10
-8-in aanraking komt, eene door en door verkeerde voorstelling geeft: „les idees marchent"! Het gaat nu niet meer om den samenhang van Romeinsch recht en Romeinsche geschiedenis, van geschiedenis en philologie, van philologie en archaeologie, maar om den samenhang tusschen al ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 25
-23-moed, voor een groot deel niet anders zouden blijken te zijn dan inventarislijsten der oudere Kretenzische paleizen : en ook nu reeds, nu van een lezen dezer teekens nog geen sprake is, brengt EVANS ze in verband met de latere receptie van het Phoenicische alphabet in G-r ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 22
-20-n e r V e r m u t u n g e n h i n i m m e r a u f s n e u e wieder v e r s u c h t w e r d e n muss." In deze richting gaat thans de wetenschap der oudheid met onvermoeibaren ijver voort. Steeds meerdere draden gelukt het haar bloot te leggen van het weefsel, dat reeds de ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 27
-25-ex süentio^ en moet worden erkend, dat wat in het zooeven genoemde Engelsche werk LANO zegt over primitieve religieuze voorstellingen en gebruiken in Ilias en Odyssee — dat er nl. slechts weinig sprake van is, niet, omdat ze in dien tijd niet meer bestonden, maar wijl deg ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 8
-6-zu Worte kommen, so spricht der Prorektor als Rektor und der Rektor als Professor". Niet aldus ten onzent. Wat aan Straatsburg's Hoogeschool door rector en prorector tezamen pleegt te geschieden, wat aan de meeste academies in ons land op verschillende tijdstippen plaats v ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 29
-27-zeichnungen phoinikischer Herkunft gibt" : van de mythische namen waarschijnlijk alleen Acheron, ADONIS, GRYPS, IKAEOS (IKARIOS), Kimmerioi, Kabiroi, KADMOS, MELIKEETES, MINOS, Nektar, TYPHON, van „Kultbezeichnungen" Baity los, Linos{lied) en misschien Megaron. Ook hypoth ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 16
-14-heeft volgens ARTAPANUS ABRAHAM de Egyptenaars in de astrologie onderwezen en verklaart de Joodsche wijsgeer ARISTOBULUS MOZES zelfs voor den vader der Grieksche philosophie. Zijn eindpunt heeft dit proces bereikt in de volgende periode, door RITTER gekenschetst als een t ...